Onderhandelaars van de Europese Unie hebben een akkoord bereikt over ’s werelds eerste allesomvattende regels voor kunstmatige intelligentie, waarmee de weg wordt vrijgemaakt voor wettelijk toezicht op AI-technologie die het leven van alledag belooft te veranderen.
Het politieke akkoord tussen het Europees Parlement en de EU-lidstaten over nieuwe wetten om AI te reguleren was een zwaar bevochten strijd. Onderhandelaars van het Europees Parlement en de 27 lidstaten van het blok overwonnen grote meningsverschillen over controversiële punten, waaronder generatieve AI en het gebruik van gezichtsherkenningssurveillance door de politie, om een voorlopig politiek akkoord te ondertekenen voor de Artificial Intelligence Act.
Tot de belangrijkste bepalingen van de voorlopige overeenkomst behoren regels voor AI-modellen voor algemene doeleinden met een grote impact die in de toekomst systeemrisico’s kunnen opleveren, en voorschriften voor AI-systemen met een hoog risico. Het bestuurskader is herzien, waarbij handhavingsbevoegdheden op EU-niveau zijn toegekend. De lijst met verboden is uitgebreid en het gebruik van biometrische identificatie op afstand door rechtshandhavingsinstanties in de openbare ruimte is toegestaan, mits er waarborgen zijn. Om de grondrechten te beschermen, zullen beheerders van AI-systemen met een hoog risico een effectbeoordeling op het gebied van de grondrechten moeten uitvoeren voordat ze dergelijke systemen inzetten.
Met de overeenkomst loopt de EU voor op de VS, China en het VK in de race om kunstmatige intelligentie te reguleren en het publiek te beschermen tegen risico’s, zoals de potentiële bedreiging van het leven die de zich snel ontwikkelende technologie met zich meebrengt. Betrokkenen gaven weinig details over wat er precies in de uiteindelijke wet zal komen te staan, die op zijn vroegst in 2025 van kracht zou worden.